Nieuwe NVB-standaarden voor risicogebaseerd witwasonderzoek; ook relevant voor andere Wwft-instellingen?
Nieuwe NVB-standaarden voor risicogebaseerd witwasonderzoek; ook relevant voor andere Wwft-instellingen?
Op 30 mei 2023 publiceerde de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) een vijftal standaarden die Nederlandse banken kunnen gebruiken om het cliëntenonderzoek (client due diligence, CDD) dat moet worden verricht uit hoofde van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) op een meer proportionele wijze in te richten. De standaarden zijn het resultaat van een serie rondetafelgesprekken tussen banken en De Nederlandsche Bank (DNB) in haar rol als Wwft-toezichthouder. Ook het ministerie van Financiën is betrokken bij het opstellen van de standaarden.
Eerste vijf standaarden
De eerste set aan standaarden zien op:
- de identificatie en verificatie van uiteindelijk belanghebbenden (ultimate beneficial owners, UBOs) (link);
- het vaststellen van pseudo-UBOs (link);
- de te nemen CDD maatregelen wanneer de cliënt/transactie verband houdt met een door de Europese Commissie vastgesteld hoog risico land (link);
- het vaststellen van een transactieprofiel (link); en
- het actualiseren van cliëntgegevens (link).
De standaarden bevatten een aantal nuttige en concrete voorstellen om het CDD bij maken meer proportioneel in te richten. Ter illustratie: zo stelt de NVB in de standaard met betrekking tot het actualiseren van cliëntgegevens – onder andere – dat banken zich, bij het actualiseren van gegevens, vooral moeten richten op de gegevens die relevant zijn voor het risicoprofiel van een cliënt. Een actualisatie van de gegevens zou moeten plaatsvinden bij een bepaalde gebeurtenis (een event-driven review), waarbij banken primair gebruik kunnen maken van interne data analyses en externe bronnen om het cliëntdossier te updaten. Een uitvraag aan de cliënt hoeft eigenlijk alleen nog maar plaats te vinden als het echt niet anders kan (zoals in bepaalde hoog risico gevallen of als de informatie niet anderszins beschikbaar is). Dit zijn welkome handvatten voor de praktijk.
Andere standaarden zijn in de maak
De NVB heeft aangekondigd dat er in totaal nog ongeveer 12 standaarden worden gepubliceerd. Zo hoopt de NVB de komende maanden nieuwe standaarden op te stellen voor, onder meer, non-profit organisaties, sekswerkers, cryptobedrijven, coffeeshops, autohandelaren, betaalinstellingen en de detailhandel. Dit zijn allemaal, in de ogen van DNB en de banken, hoog risico sectoren. Deze sectoren ondervinden op het moment dan ook de meeste hinder van het CDD dat door de banken wordt verricht (of worden zelfs afgesloten van de dienstverlening). De nieuwe standaarden worden zo opgesteld dat banken zich alleen hoeven te richten op de relevante risico’s, zodat het CDD meer behapbaar wordt voor de cliënt, maar zeker ook voor de banken zelf.
Tendens
Deze (nieuwe) standaarden passen in een tendens waarbij toezichthouders, niet alleen op nationaal niveau maar ook op Europees niveau, opzoek naar een nieuwe balans tussen aan de ene kant het belang om witwassen via de financiële sector tegen te gaan, maar aan de andere kant ook de toegankelijkheid van de financiële sector voor partijen met een hoger risico. DNB gaf vorig jaar al een schot voor de boeg met de publicatie van de studie ‘Van herstel naar balans’ waarin ze pleitte voor een meer risicogebaseerde aanpak van witwassen. Ook de bunq-uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) schept meer ruimte voor een risicogebaseerde benadering van bepaalde verplichtingen uit de Wwft. Deze tendens is laatstelijk nog beschreven in een blog van onze hand. Een opvallende afwezige in deze discussie is wat ons betreft de Autoriteit Financiële Markten (AFM), al heeft de AFM aangegeven dat ze dit jaar met een update van haar eigen Leidraad Wwft en Sanctiewet komt (zie link).
Relevantie voor overige marktpartijen
De vraag is in hoeverre andere marktpartijen zich op deze NVB standaarden kunnen (en mogen) beroepen. De NVB zegt zelf op de vraag voor wie de standaarden zijn bedoeld het volgende:
”Banken kunnen ze gebruiken als uitgangspunt voor hun beleid en processen bij de uitvoering van hun Wwft-klantonderzoek. De standaarden geven antwoord op de vraag: wat is een adequate uitvoering van het wettelijk verplichte klantonderzoek? Wat moeten banken weten en vastleggen over klanten en risico’s? De standaarden zijn opgesteld voor banken. Maar ze geven ook andere partijen duidelijkheid. Bijvoorbeeld consumenten(organisaties) en medewerkers in bepaalde sectoren. De standaarden geven ook andere poortwachters meer inzicht in welke informatie banken nodig hebben voor hun wettelijk verplichte onderzoek naar klanten en transacties.”
Kortom: de NVB-standaarden zijn opgesteld voor banken. Ook het vorig jaar verschenen rapport van DNB ‘Van herstel naar balans’ richt zich op voorkoming en bestrijding van witwassen en terrorismefinanciering door banken. Aan de ene kant moeten wij dus concluderen dat de nieuwe inzichten van DNB zich vooral richten op banken, maar aan de andere kant vinden wij dat andere marktpartijen wel inspiratie kunnen opdoen uit de nieuwe NVB-standaarden. Het onderliggende raamwerk (lees: de Wwft) is immers voor elke marktpartij hetzelfde en bevat veelal open normen die risicogebaseerd toegepast moeten worden. De NVB-standaarden geven concreet en proportioneel invulling aan die open normen. Daar waar dienstverlening en risico’s het toelaten, kan die invulling wat ons betreft net zo goed opgaan voor andere Wwft-instellingen.
Wij denken uiteraard graag mee wat de NVB-standaarden voor uw interne beleid (kunnen) betekenen.