Modernisering en verruiming van regels voor online financiële diensten

Het was altijd van tweeën één bij overeenkomsten die op afstand, bijvoorbeeld online, werden gesloten: of je hebt te maken met de algemene regels voor op afstand gesloten overeenkomsten (die komen uit Richtlijn 2011/83/EU) of met de regels voor op afstand gesloten overeenkomsten voor financiële diensten (die kwamen uit Richtlijn 2002/65/EG). Dat wordt nu anders.

Nieuwe richtlijn voor overeenkomsten op afstand inzake financiële diensten

De oude richtlijn voor financiële diensten op afstand was al een tijdje aan een update toe. In 2002 waren concepten zoals via je smartphone met buy now, pay later een televisie kopen nog ondenkbaar. Daar hield de richtlijn dan ook geen rekening mee. Ter illustratie: artikel 10 van deze richtlijn heeft het nog over instemming van de consument voor het gebruiken van een fax voor communicatie op afstand. Ondanks dat de laatste update van deze oude richtlijn uit 2018 stamt, is dus gebleken dat de regels redelijk zijn achterhaald door sectorale wetgeving en digitalisering.

In Nederland zijn alle regels voor op afstand gesloten overeenkomsten (al dan niet van financiële diensten) vastgelegd in Afdeling 2b van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek (BW).

Met de nieuwe Richtlijn 2023/2673/EU worden de regels voor op afstand gesloten financiële diensten bijgewerkt naar de moderne tijd en toegevoegd aan de Richtlijn 2011/83/EU, waarin nu al de algemene regels staan. Het zal binnenkort dus niet langer van tweeën één zijn, maar één voor twee.

Nederlandse implementatiewet ter consultatie

Inmiddels is ook de consultatie gesloten van de implementatiewet van de nieuwe richtlijn. De kern van de nieuwe regels uit de implementatiewet is kort gezegd tweeledig:

 

  • Uitbreiding van toepassingsbereik via vangnet. Financiële producten die zijn uitgezonderd van de regels uit de Wet op het financieel toezicht (Wft), waaronder kortlopende kredieten zoals BNPL, moeten via een “vangnetbepaling” wel voldoen aan de regels over verkoop op afstand.
  • Online herroepingsfunctie verplicht. Consumenten moeten bij overeenkomsten op afstand die via “online-interfaces” plaatsvinden (zoals via internet) eenvoudig de overeenkomst kunnen ontbinden met behulp van een online ontbindingsfunctie. Deze regels gelden natuurlijk alleen als de consument een herroepingsrecht heeft – dit is bijvoorbeeld (nog steeds) niet zo bij financiële diensten waarvan de prijs afhankelijk is van schommelingen op de financiële markt waarop de onderneming geen invloed heeft (zoals effecten en deelnemingsrechten)

 

Met name het vangnet is een duidelijke toevoeging op de bestaande regels, om consumenten toch de nodige reguliere consumentenbescherming te bieden bij financiële diensten die zijn uitgezonderd van financieel toezicht. De veranderingen ten aanzien van het herroepingsrecht zijn echter beperkt. Mogelijk leidt het implementatiebesluit nog tot meer interessante wijzingen voor de praktijk.

Nederlandse implementatiebesluit komt later

De nieuwe richtlijn bevat ook bijgewerkte precontractuele informatieverplichtingen  en zogenoemde adequate toelichtingsverplichtingen die een financiële onderneming moet nakomen door geruime tijd voordat de consument door een overeenkomst op afstand of daarmee overeenstemmend aanbod is gebonden, bepaalde informatie te verstrekken. Die verplichte informatieverstrekking is breed opgezet: van het e-mailadres van de onderneming tot aan de beoogde milieu- of sociale doelstellingen van de onderliggende beleggingsstrategie, of dat er sprake is van geautomatiseerde besluitvorming.

In de richtlijn staat dat EU-sectorspecifieke financiële wetgeving voorrang zal behouden en de nieuwe regels niet van toepassing zijn wanneer de bestaande sectorale wetten regels bevatten over precontractuele informatie of over de uitoefening van het herroepingsrecht. De richtlijn geeft in haar overwegingen de precontractuele informatieverplichtingen voor beleggingsondernemingen uit onder meer MiFID II als specifiek voorbeeld. De richtlijn maakt echter niet duidelijk of de regels uit andere richtlijnen en verordeningen, zoals de AIFMD, ook voorrang zullen krijgen. Dat lijkt wel de logische uitleg.

Hoe de informatieverplichtingen en adequate toelichtingen precies worden vastgelegd in de Nederlandse wet- en regelgeving, is dus nog niet duidelijk. Het implementatiebesluit dat dit zal regelen, is namelijk nog niet gepubliceerd. De toelichting bij de implementatiewet lijkt erop te wijzen dat het huidige artikel uit het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft (BGfo) over informatieverstrekking voor financiëledienstverleners zal worden gewijzigd. We zijn benieuwd naar de nieuwe inhoud.

Precieze impact is dus nog (even) ongewis

Nu de Nederlandse wetgever uiterlijk op 19 december 2025 de implementatiewetgeving moet vaststellen, hopen wij dat snel duidelijk zal worden met welke nieuwe regels welke financiële ondernemingen worden geraakt. Totdat het besluit ter consultatie wordt voorgelegd, houden wij die vragen nog even op afstand.