Actie vereist kredietverstrekkers met betrekking tot EBA richtsnoeren inzake de initiëring en monitoring van leningen

De Richtsnoeren inzake de initiëring en monitoring van leningen van de Europese Bankautoriteit (EBA) zijn per 30 juni jl. gaan gelden en zijn voor een deel ook van toepassing op kredietverstrekkers zonder bankvergunning. De richtsnoeren geven verdere invulling aan de vereisten in verband met de kredietwaardigheidsbeoordeling van de consument uit de Richtlijn Hypothecair Krediet en de Richtlijn Consumentenkrediet. Afdeling 5 van de richtsnoeren is van toepassing op hypotheek- en consumptief kredietverstrekkers die onder de reikwijdte van de richtlijnen vallen (met uitzondering van punt 93). Zie ook onze Vooruitblik 2021 over de richtsnoeren (onder ‘Kredietverstrekkers’). De richtsnoeren geven verdere invulling aan de informatie-inwinningsverplichting en het verbod op overkreditering. Sinds vorige week past de AFM de richtsnoeren in beginsel toe in haar toezicht.

De AFM geeft op haar website uitleg over de toepassing van de richtsnoeren in haar toezicht (zie nieuwsbericht). De AFM heeft daarbij vastgesteld dat bepaalde onderdelen uit de richtsnoeren ten aanzien van hypothecaire kredietverstrekking om nadere invulling vragen. Zij heeft haar verwachtingen richting kredietgevers bij de toepassing van die onderdelen gepubliceerd. Voor toepassing van deze onderdelen uit de richtsnoeren geldt een overgangsperiode tot 1 januari 2022. De AFM vraagt aan hypothecaire kredietverstrekkers om voor die tijd bij de AFM een voorstel in te dienen over de invulling van de betreffende vereisten, bij voorkeur collectief.

Voor hypothecaire kredietverstrekkers is er dus nog even wat tijd en ruimte voor implementatie. Voor consumptief kredietverstrekkers geldt geen uitgestelde termijn.