Belangrijke ontwikkelingen voor kredietaanbieders

Minister Hoekstra van Financiën heeft de Tweede Kamer in zijn brief van 11 februari jl. over enkele ontwikkelingen op de consumptiefkredietmarkt geïnformeerd. Daaruit blijken de verschillende gevolgen voor kredietaanbieders:

Verlenging tijdelijke verlaging maximale kredietvergoeding

Een van de voornemens van de minister is het verlengen van de verlaging van de maximale kredietvergoeding tot 1 september 2021. Als gevolg van de coronacrisis, heeft de minister vorig jaar de maximale kredietvergoeding tijdelijk verlaagd van 14 naar 10 procent op jaarbasis. Deze crisismaatregel loopt in principe tot 1 maart 2021, maar kan eenmalig met maximaal zes maanden worden verlengd. Die verlenging komt er dus. Als de gevolgen van de crisis daar aanleiding toe geven, zal de minister een nieuw besluit voorbereiden om de kredietvergoeding ook na 1 september tijdelijk te verlagen. Een keuze voor een structurele – en dus niet tijdelijke – verlaging van de maximale kredietvergoeding laat de minister over aan een volgend kabinet.

Verlaging verificatieplicht naar 250 euro

De minister is verder voornemens om de wettelijke verificatieplicht voor kredietverstrekkers te verlagen. Op dit moment zijn kredietverstrekkers verplicht om, ter voorkoming van overkreditering, bij een krediet van meer dan 1.000 euro over voldoende, schriftelijke of op een andere duurzame drager vastgelegde, informatie te beschikken met betrekking tot de financiële positie van de consument (zoals een loonstrook en bankafschriften ter staving van de gegevens over inkomsten en lasten). Dit wordt de verificatieplicht genoemd. Mondelinge informatie over de financiële situatie van de consument is niet voldoende. De minister is nu voornemens dat bedrag te verlagen naar 250 euro ter bescherming van consumenten bij kleine kredieten. Als de minister deze verlaging doorvoert, kunnen kredietverstrekkers, die krediet aanbieden tussen de 250 en 1.000 euro, dus niet langer volstaan met het inwinnen van informatie in het kader van de kredietwaardigheidscheck, maar moeten zij de financiële positie van consumenten gaan verifiëren. Voor relatief kleine kredieten heeft dat dus grote gevolgen.

Aanscherping leennormen in gedragscodes

Verder informeert de minister de Kamer over de nieuwe meting van betalingsachterstanden bij verzendhuiskredieten. In dat verband wijst de minister ook op de aanscherping van de leennormen in de gedragscodes van de NVB en de VFN per 1 april 2021. Met die aanscherping moet de financiële situatie van de klant preciezer in kaart worden gebracht. Tot 1 april 2021 geldt een overgangsmaatregel, namelijk een opslag bij het vaststellen van de leennorm. De minister ziet de aanscherping als een belangrijke stap ter voorkoming van overkreditering en problematische schulden.