VOORUITZIEN VOOR BANKEN: MINDER REGELS?

HET REGEERPROGRAMMA, DE MISSIE VAN DE EUROPESE COMMISSIE EN DRAGHI’S RAPPORT

Vooruitzien

Regeren is vooruitzien. Het omgekeerde geldt ook. Vooruitzien is goed kijken naar plannen van hen die regeren.

In het bancaire financieel toezicht is het verleidelijk om vooral te focussen op specifieke wetswijzigingen. Een technische gedelegeerde verordening hier, een nieuwe consultatie van een Guideline daar. Natuurlijk, het zijn deze details die het concrete toezicht bepalen. Die zijn dan ook cruciaal om de toezichtagenda voor de voorzienbare toekomst – de komende één à twee jaar – te bepalen. Zie daarvoor bijvoorbeeld het EBA Work Programme 2025 (hier) en de EBA Banking Package Roadmap (hier). En dan blijkt dat de financiële sector in het algemeen, en de bankensector in het bijzonder, gebukt blijft onder een stroom aan nieuwe en extreem gedetailleerde regels.

Uiteindelijk worden deze concrete ‘alledaagse’ regulatory werkzaamheden natuurlijk gedreven door de grotere, overkoepelende beleidsplannen van de uitvoerende macht. In dezelfde week in september 2024 zijn drie (min of meer) richtinggevende stukken verschenen over de politieke beleidsrichting die Nederland en de EU op willen gaan:

 A. Het Regeerprogramma 2024 van het kabinet-Schoof (13 september 2024). Zie hier.

 B. De Missiebrief van Europese Commissie-voorzitter Von Der Leyen aan de nieuwe commissaris voor financiële diensten (17 september 2024). Zie hier.

 C. Het Draghi Rapport (The future of European competitiveness, 9 september 2024. Zie hier.

Deze Nederlandse en Europese politieke macrodoelen bepalen hoe het toezichtregellandschap er voor de financiële sector uit gaat zien.

In deze blog neem ik u graag mee in een aantal opvallende, en soms tegenvallende, aandachtspunten voor de financiële sector uit deze documenten. Ik zal daarbij vooral focussen op de bankensector en heb ook verder niet de illusie volledig te zijn. Voor het Nederlandse Regeerprogramma geldt natuurlijk ook de belangrijke kanttekening dat het maar de vraag is hoe lang dat houdbaar zal blijken te zijn…

 

A. Het regeerprogramma

Het regeerprogramma 2024 is wel erg summier, zeg maar gerust stil, over de financiële sector en toezicht daarop. Logisch misschien, want pak ‘m beet 95% van de toezichtregelgeving komt van de EU. Na wat speuren was de beperkte oogst van enigszins relevante paragrafen de volgende.

Uit de klimaat-paragraaf

  • “Een groene financiële sector maakt het goedkoper voor bedrijven, maatschappelijke organisaties en burgers om de transitie te financieren en kan zo groeikansen bieden voor ondernemers en de druk op publieke middelen beperken. Het kabinet zet dan ook in op een innovatieve financiële sector die de kansen op het gebied van verdere vergroening grijpt, met focus op het opschalen en mobiliseren van de private financiering voor de transitie, onder meer met investeringen van de Europese Investeringsbank (EIB).”

 

Uit de defensie-paragraaf

  • “Het kabinet moedigt daarnaast de financiële sector aan om hun investeringen in de defensie-industrie op te schalen.”

 

In algemene zin over de EU en vermindering regeldruk

  • “We zetten geen nieuwe nationale koppen op Europees beleid en heroverwegen en schrappen waar nodig en mogelijk bestaande nationale koppen die zorgen voor extra regeldruk op basis van bestaande en aanvullende inventarisaties. Er komt een reductieprogramma regeldruk dat zich richt op het aanpakken van regeldrukkosten en werkbaarheid.”
  • “We gaan in gesprek met toezichthouders en handhavers over hoe regeldruk, ook vanuit hen, kan worden verminderd. Bijvoorbeeld door risicogebaseerd of systeemgericht toezicht, duidelijkere regelgeving, het benutten van AI, stimulering van informatie-uitwisseling, standaardisatie en uniforme toepassing van Europese regels waar opportuun. Het kabinet informeert de Kamer volgend jaar over de inventarisatie van nationale koppen, het reductieprogramma regeldruk en de gesprekken met toezichthouders en handhavers.”

 

Eigenlijk is alleen het voornemen om nationale koppen op EU regelgeving te schrappen écht opvallend. Nederland was toch wel altijd kampioen goldplating. Tot nu kennelijk. Dit door de stikstof-problematiek gedreven voornemen, zou dan ook een behoorlijke impact op de regelgeving voor banken kunnen hebben.

Alleen, de vraag of de Nederlandse ‘opperkop’ van de financiële sector – de 20% bonuscap – dan ook geschrapt ging worden was al beantwoord voor het onderzoek begonnen was. Toen bleek dat het ministerie van Financiën daadwerkelijk de bonuscap wilde heroverwegen (hier) ging de Tweede Kamer daar meteen in grote meerderheid voor liggen (hier en hier). De vraag is dus maar wat er echt van het schrappen komt.

 

B. EC Missiebrief

Ook de Europese Commissie (EC) gaat aan een nieuwe termijn beginnen. Maria Luís Albuquerque is de nieuwe voorgenomen commissaris voor Financial Services and the Savings and Investments Union. Uit de – nogal directieve (I want you to; You will ensure) – Missiebrief van EC-voorzitter aan deze commissaris blijken veel duidelijkere en concretere prioriteiten voor de komende vijf jaar voor het bankentoezicht:

Specifiek voor banken

  • “You will develop a European Savings and Investments Union, including banking and capital markets, to leverage the enormous wealth of private savings in support of our wider objectives. You will notably focus action on supporting people to save better, fostering capital for innovation, unlocking digital finance, ensuring the competitiveness of the financial sector and harnessing sustainable finance.”

 

  • “You will ensure that the rules applicable to the financial sector are adequately enforced across Member States in order to prevent risks to financial stability. You should work to improve the supervisory system at EU-level.”

 

  • You should further develop the Banking Union, taking into account the need to maintain a level playing field and the specificities in national banking systems. As part of this, I would like you to identify a way forward on the European Deposit Insurance Scheme.

 

  • I also want you to work on measures to unlock bank financing, including through reviving the use of securitisation with due attention to safeguarding financial stability.

 

Ten aanzien van de regeldruk

  • You will ensure that existing rules are fit-for-purpose and focus on reducing administrative burdens and simplifying legislation. You must contribute to reducing reporting obligations by at least 25% – and for SMEs at least 35%. (…) We must listen to all companies and stakeholders who work on a daily basis to comply with EU legislation. You will organise at least two Implementation Dialogues per year with stakeholders to align implementation with realities on the ground.

 

  • New legislation must ensure that our rules are simpler, more accessible to citizens and more targeted. You will ensure the principles of proportionality, subsidiarity and Better Regulation are respected, including through wide consultations, impact assessments, a review by the independent Regulatory Scrutiny Board and a new SME and competitiveness check. (…)

 

In de EU zijn er dus wel specifieke stimulerende voorstellen voor de bankensector te ontwaren: denk aan de reanimatie van securitisaties, een Savings en Investment Union om de enorme bak aan EU gelden te ontsluiten voor de EU, het worden/blijven van de wereldleider in sustainable finance. Ook is kennelijk het Europese DGS nog niet opgegeven.

Naast deze concrete positieve aandachtsgebieden voor banken valt op dat ook de EC in de Missiebrief erg inzet op het verminderen van de rapportage- en regeldruk. Dit om de regelgeving behapbaar en de EU competitief te houden.

 

C. Draghi rapport

En zo komen we bij het derde en laatste beleidsdocument; het Draghi Rapport. In zijn rapport heeft Draghi onderzoek gedaan naar het concurrentie vermogen van de EU economie. De conclusies van het rapport zijn nogal onheilspellend:

Across different metrics, a wide gap in GDP has opened up between the EU and the US, driven mainly by a more pronounced slowdown in productivity growth in Europe.

(…)

If Europe cannot become more productive, we will be forced to choose. We will not be able to become, at once, a leader in new technologies, a beacon of climate responsibility and an independent player on the world stage. We will not be able to finance our social model. We will have to scale back some, if not all, of our ambitions.

This is an existential challenge.

Europe’s fundamental values are prosperity, equity, freedom, peace and democracy in a sustainable environment. The EU exists to ensure that Europeans can always benefit from these fundamental rights. If Europe can no longer provide them to its people – or has to trade off one against the other – it will have lost its reason for being.

The only way to meet this challenge is to grow and become more productive, preserving our values of equity and social inclusion. And the only way to become more productive is for Europe to radically change.

Oef.

Draghi neemt ook de bankensector en toezicht daarop onder de loep, als motor van economische groei. Hij doet enkele voorstellen, waaronder:

Over banken

  • “To increase the financing capacity of the banking sector, the EU should aim to revive securitisation and complete the Banking Union. (…) The EU should also assess whether current prudential regulation, also in light of the possible upcoming implementation of Basel III, is adequate to have a strong and international competitive banking system in the EU. A minimal step towards completing the Banking Union would be to create a separate jurisdiction for European banks with substantial cross-border operations that would be “country blind” from the regulatory, supervisory and crisis management viewpoints.”

 

Over de regeldruk

  • At the same time, refocusing implies that the EU should be more rigorous in applying the subsidiarity principle and exercise more “self-restraint”. The Commission’s legislative activity has been growing excessively, also due to passive scrutiny of the subsidiarity principle by national parliaments, which sets the boundaries of the Commission’s right of initiative. While national parliaments have the power to scrutinise whether EU legislation complies with the subsidiarity principle through reasoned opinions – and potentially trigger the so-called “yellow card procedure” – many do not actively exercise this right. (…) Moreover, EU institutions should apply a “self-restraint” principle in policymaking, both by better filtering future initiatives and by streamlining the existing acquis (…).

 

  • The regulatory burden on European companies is high and continues to grow, but the EU lacks a common methodology to assess it. The Commission has been working for years to reduce the “stock” and “flow” of regulation under the Better Regulation agenda. However, this effort has had limited impact so far. The stock of regulation remains large and new regulation in the EU is growing faster than in other comparable economies. (…) Despite this increasing flow of regulation, the EU lacks a quantitative framework to analyse the costs and benefits of new laws.

 

Dat is nogal wat; het Draghi Rapport wijst de overkill aan EU-regulering zelfs aan als één van de oorzaken van de tragere economische groei in de EU. Het rapport doet enkele concrete voorstellen om deze regelgeving daadwerkelijk terug te dringen. Ook specifiek prudentiële bancaire regelgeving moet eraan geloven. Het idee om het single rulebook echt terug te brengen tot een “country blind” aparte EU-jurisdictie vind ik wel erg interessant.

Minder regels?

Het overkoepelende thema van de drie beleidsdocumenten is duidelijk: een wens tot het verminderen van regeldruk die het concurrentievermogen aantast.

Ik verwacht niet echte grootscheepse deregulering in de EU. Zo draaide in de VS Trump’s Economic Growth, Regulatory Relief, and Consumer Protection Act uit 2019, de Bazelse standaarden grotendeels terug. Alleen de acht grootste Amerikaanse banken stonden nog onder volledig toezicht. Banken met een balanstotaal onder de USD 250 miljard kregen ‘maatwerk’-toezicht; met minder en lagere kapitaaleisen, beperkt governance toezicht en beperkte stresstests. En vervolgens bleek deze deregulering één van de oorzaken van de bankencrisis in de VS van het voorjaar van 2023 (zie hier). Deze crisis ging volledig aan de EU-banken voorbij. Hier in de EU stond het Bazelse raamwerk voor alle – groot en klein – namelijk nog fier overeind. Dat sterkte de EU regelgevers en toezichthouders in hun opvatting dat het bankentoezicht vooral zo streng en gedetailleerd moest blijven.

Dus geen rigoureuze deregulering. Mijn verwachting is dat vooral administratieve en operationele regeldruk (rapportages, etc.) worden aangepakt. Dat is een project dat al is ingezet – zie bijvoorbeeld het EC Work Programme 2024 (hier). Een echte stop op verdere regelgeving voor banken zie ik alleen niet snel gebeuren. Zo heeft EBA alleen al zoveel mandaten en taken voor nadere regels (alleen al 140 (!) onder het nieuwe Banking Package (hier)) dat zij de komende jaren wel zoet is met haar regelgevingsprojecten.

Ook van de aangekondigde review in Nederland van onze nationale koppen verwacht ik niet veel. Het in de kiem smoren van het onderzoek naar de bonuscap is daar een goede voorbode van. Met minder regels voor de financiële sector is geen politieke winst te behalen.

Toch hoop ik dat de EU eens echt goed zal kijken naar de effectiviteit van het totale bancaire regelgevingspakket, en de noodzaak om alles tot in detail door EBA te laten uitwerken. In Nederland hoop ik dat de Nederlandse koppen op EU regelgeving en alle dupliceringen tussen Nederlandse en EU regels (bedoeld of onbedoeld) eens worden verwijderd. Alles met oog voor meer rigoureuze proportionaliteit en ingetogenheid om zo de echte regeldruk te verminderen. Met behoud van effectiviteit en kracht van toezicht, maar met winst op de huidige enorme compliancekosten voor banken (en andere financiële ondernemingen). Om zo de concurrentiekracht van Nederland en de EU écht te verbeteren. De plannen liggen er in elk geval al.