ESA’s vragen de Europese Commissie om input over onduidelijkheden SFDR
Op 7 januari 2021 stuurde het Gemengd Comité van de Europese toezichthoudende autoriteiten (ESA’s) een brief met prioriteitskwesties naar de Europese Commissie met betrekking tot de toepassing van de Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR, link). De ESA’s zijn tijdens hun werkzaamheden aan de (concept) technische reguleringsnormen onder de SFDR op verschillende belangrijke onduidelijkheden gestuit die nadere duiding nodig hebben.
De ESA’s geven in de brief aan dat veel van deze onduidelijkheden ten aanzien van de SFDR te zijner tijd kunnen worden opgehelderd. De ESA’s hebben echter ook bepaalde kwesties aangemerkt die op dit moment al verduidelijkt zouden kunnen worden om een ordelijke toepassing van SFDR vanaf 10 maart 2021 te vergemakkelijken.
Deze kwesties zien onder meer op: (i) de toepassing van SFDR op niet-EU beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen (AIFMs) en geregistreerde AIFMs; en (ii) de betekenis van ‘promotie’ in de context van producten die ecologische of sociale kenmerken promoten.
Toepassing SFDR op AIFMs
Met betrekking tot de toepassing van SFDR op niet-EU AIFMs en geregistreerde AIFMs vragen de ESA’s zich af of de SFDR van toepassing is op geregistreerde AIFMs als bedoeld in artikel 3 lid 2 AIFMD? En of de SFDR van toepassing is op niet-EU AIFMs, bijvoorbeeld wanneer zij een duurzame alternatieve beleggingsinstelling op de Europese markt brengen onder een national private placement regime?
Betekenis van promotie
De ESA’s hebben ook aangegeven dat een verduidelijking van het ambitieniveau ten aanzien van ecologische of sociale kenmerken door het verstrekken van voorbeelden van verschillende scenario’s die binnen en buiten de reikwijdte van promotie vallen, zou bijdragen aan een ordelijke toepassing van SFDR. In dit verband stellen de ESA’s onder meer de volgende vraag: kan de naam van een product, die woorden als ‘duurzaam’, ‘duurzaamheid’ of ‘ESG’ bevat, worden beschouwd als een product dat een ecologisch of sociaal kenmerk promoot of duurzaam beleggen als doel heeft?
De ESA’s besteden in de brief ook aandacht aan de volgende onderwerpen:
- de toepassing van artikel 4 lid 4 SFDR (toepassing van de drempel van 500 medewerkers bij moederondernemingen van een grote groep);
- de toepassing van artikel 9 SFDR (transparantie van duurzame beleggingen in precontractuele informatieverschaffing); en
- de toepassing van de productregels uit de SFDR op portefeuilles en andere op maat gemaakte financiële producten.
De ESA’s hebben de Europese Commissie gevraagd om voor 10 maart 2021 op de brief te reageren. Wij adviseren marktpartijen om de reactie van de Europese Commissie nauwlettend te volgen.