Definitief Implementatiebesluit UBO-register trust en FGR – 150 personen grens voor vergunninghoudende FGR’s – UPDATE

Op 2 mei 2022 is het definitieve Implementatiebesluit registratie uiteindelijk belanghebbenden van trusts en soortgelijke juridische constructies (het ‘Implementatiebesluit’) in het Staatsblad gepubliceerd. In het Implementatiebesluit is een aantal onderwerpen inzake de implementatie van de verplichting tot het bijhouden en centraal registreren van informatie over de uiteindelijk belanghebbende (ultimate beneficial owner, ‘UBO’) van trusts en soortgelijke juridische constructies (het ‘Trustregister’) nader uitgewerkt, waaronder:

 

  • Het UBO-begrip;
  • De klassen waarin de omvang van het economische belang van de UBO kan worden uitgedrukt in het Trustregister;
  • De bewaartermijnen van de informatie die in het Trustregister is opgenomen;
  • De afschermingsgronden waarop een UBO kan verzoeken (een deel van) de informatie over hem/haar af te schermen; en
  • De bevoegde autoriteiten die toegang hebben tot het Trustregister.

 

In ons vorige nieuwsbericht hebben wij de belangrijkste gevolgen voor beleggingsfondsen die als een fonds voor gemene rekening (‘FGR’) zijn gestructureerd aangestipt. Hierbij speelt met name de reikwijdte van het UBO-begrip een belangrijke rol. Het Implementatiebesluit brengt een nuancering aan ten aanzien van het UBO-begrip. Dit zullen wij hieronder nader toelichten.

  1. UBO’s van een FGR?

Op grond van artikel 3 lid 1 sub e Uitvoeringsbesluit Wwft 2018 kwalificeren op dit moment de volgende categorieën van natuurlijke personen in elk geval als UBO van een FGR:

 

  1. De oprichter of oprichters van een FGR;
  2. De begunstigden (lees: de participanten), of voor zover de afzonderlijke personen die de begunstigden zijn van de FGR niet kunnen worden bepaald, de groep van personen in wier belang de FGR hoofdzakelijk is opgericht of werkzaam is; en
  3. Elke andere natuurlijk persoon die door directe of indirecte eigendom of via andere middelen uiteindelijke zeggenschap over een FGR uitoefent.

Deze definitie leidt ertoe dat in principe alle participanten in een abi of icbe die als FGR is gestructureerd, kwalificeren als UBO. Dit zou betekenen dat FGR-fondsbeheerders al hun participanten zullen moeten registeren in het Trustregister, ook als het een FGR betreft met veel relatief kleine participanten. Bovendien moeten ook alle wijzigingen in de UBO informatie worden gemeld aan de Kamer van Koophandel.

  1. Consultatie Implementatiebesluit – 3% drempel

De consultatieversie van het Implementatiebesluit maakte, met het oog op de uitvoerbaarheid van de registratieplicht, een nuancering ten aanzien van het UBO-begrip met betrekking tot de participanten. De consultatieversie wijzigde het UBO-begrip zodanig enkel participanten met een belang van ten minste 3% worden aangemerkt als UBO. Dit betekende dat participanten met een economisch belang dat onder de grens van 3% ligt niet hoefden te geregistreerd in het Trustregister. 

  1. Definitieve versie Implementatiebesluit – 150 personen drempel

De 3% drempel is in de definitieve versie van het Implementatiebesluit komen te vervallen. Uit de consultatiereacties heeft de wetgever opgemaakt dat de beoogde lastenverlichting in geval van beleggingsfondsen niet bereikt wordt met een ondergrens van ten minste 3%. Tegen deze achtergrond heeft de wetgever besloten om deze algemene ondergrens te vervangen voor een specifieke mogelijkheid om in plaats van de individuele begunstigden de groep van begunstigden op te geven. Dit geldt voor beleggingsfondsen in de vorm van een FGR die (a) worden aangeboden aan 150 personen of meer, (b) worden beheerd door een beheerder met een vergunning op grond van artikel 2:65 of 2:69b van de Wet op het financieel toezicht (‘Wft’), en (c) onder toezicht van de Autoriteit Financiële Markten (‘AFM’) en/of De Nederlandsche Bank (‘DNB’) staan (hierna: ‘vergunninghouders’). In deze gevallen kan bij registratie van de begunstigden worden volstaan met een omschrijving van de groep in wier belang het fonds voor gemene rekening hoofdzakelijk is opgericht of werkzaam is. Bijvoorbeeld: “deelnemers beleggingsfonds.” Valt een FGR niet onder deze uitzondering, dan zullen toch alle participanten met een belang vanaf 0% moeten worden opgenomen in het Trustregister. Denk hierbij bijvoorbeeld aan beheerders die vallen onder het zogenaamde ‘light regime’ (zie artikel 2:66a Wft), of aan vergunninghouders die een fonds, in de vorm van een FGR, aanbieden aan minder dan 150 personen.

  1. Impact

De beoogde lastenverlichting wordt maar voor een gedeelte van de markt bewerkstelligd. Light beheerders of vergunninghouders die aanbieden aan minder dan 150 personen zullen nog steeds alle participanten moeten (laten) inschrijven in het Trustregister, met de daarbij behorende monitoringsverplichting en administratieve inspanningen.

Het is opvallend te noemen dat de uitzondering van toepassing is als FGR wordt aangeboden aan meer dan 150 personen. De wetgever heeft hier willen aansluiten bij het vrijstellingsregime zoals opgenomen in artikel 2:66a Wft voor light beheerders. Dat is overigens wat wrang, want juist de light beheerders moeten nu onverkort aan de meldplicht voldoen.

Het lijkt ons overigens dat vergunninghouders zich relatief eenvoudig kunnen beroepen op deze voorwaarde, nu van een aanbod aan meer dan 150 personen al sprake kan zijn als de fondsdocumentatie op de website is opgenomen.

Het is op dit moment niet duidelijk wanneer het Trustregister operationeel zal worden. De verwachting is dat dit ergens in Q3 2022 zal zijn. Na inwerkingtreding van heeft de trustee van de FGR (lees: waarschijnlijk de beheerder van de FGR) drie maanden de tijd om de UBO’s van de FGR te registeren.